Activiteiten met grote tenten >25m²

Het gebruik van tenten maakt uw evenement bestand tegen het wisselvallige Nederlandse weer, maar geeft ook sfeer en uitstraling aan een evenement. Tenten vallen onder tijdelijke bouwwerken en zijn daarmee aan regels gebonden. Deze regels zijn er niet voor niets, er kan tenslotte een groot aantal bezoekers gebruik maken van de tent. Zij moeten op een veilige situatie kunnen rekenen.

Veilige evenementenlocatie

Er zijn wat algemene veiligheidsregels die vooraf, bij het intekenen en plaatsen van een tent, handig zijn om te weten. Zorg bij de aanvraag van de vergunning voor een op schaal gemaakte inrichtingstekening. De tent moet bereikbaar zijn voor hulpdiensten en er moet rekening gehouden worden met de kans dat een eventuele brand overslaat op een ander object. Hou met het plaatsen van een tent rekening met onderliggende leidingen en kabels, doe vooraf een klicmelding.

Algemene regels voor de veiligheid in en rondom de tent

• Plaats brandbare vloeistoffen en gasflessen op een minimale afstand van 5 meter van een tent.
• Plaats aggregaten en verwarmingstoestellen met een interne brandstoftank op een minimale afstand van 5 meter van een tent.
• Zorg dat de toegangen en/of uitgangen van naburige tenten of gebouwen bereikbaar blijven.
• Plaats de tent op minimaal 5 meter vanaf de gevel van een naburig gebouw of tent. Een kortere afstand is toegestaan bij een stenen gevel zonder raam.
• Bij een gebouw met gevelsprinkler installatie moet u bij het plaatsen van een tent 10 meter vanaf de gevel van een naburige pand aanhouden.
• Zorg voor voldoende verlichting rondom de tent.

Brandpreventie

Een beginnende brand blust u natuurlijk zo snel mogelijk. Denk vooraf na hoe en waarmee u een brand kunt blussen. Zorg dat uw medewerkers en vrijwilligers de instructies kennen en zich verantwoordelijk voelen om actie te ondernemen. De volgende richtlijnen voor het voorkomen van brand zijn van belang.

• Plaats verwarmingstoestellen, zodanig dat er geen brandgevaar is. Hou tevens rekening met CO
  uitstoot, zorg voor voldoende aanvoer van verse buitenlucht.
• Zorg dat de aankleding/versiering geen brandgevaar met zich mee brengt.
• Plaats verlichting (spotjes en dergelijke) zodanig dat er geen brandgevaar is.
• Rol de kabel van een haspel volledig uit en koppel geen stekkerdozen aan elkaar.
• In de tent moeten voldoende, geschikte en goedgekeurde blusmiddelen met een inhoud van tenminste 6 kilogram of 6 liter blusstof aanwezig zijn.
• Uw blusmiddel is betrouwbaar wanneer deze eenmaal per 2 jaar wordt onderhouden. Plaats blusmiddelen op een zichtbare en makkelijk te bereiken plaats.
• Zorg dat aanwezige brandkranen en/of andere bluswatervoorzieningen buiten de tent liggen en rondom vrijgehouden wordt voor gebruik door de brandweer.

Gasflessen

Gasflessen worden voor diverse doeleinden ingezet op evenementen. Zorg dat het gebruik van een gasinstallatie op een veilige manier gebeurt.

• Bij een gasfles gebruikt u een goedgekeurde slang met een maximale lengte van 10 meter tot de brander.
• Er zijn verschillende soorten gas. Zorg dat de slang past bij het soort gas en kies een slang die voorzien is van een jaartal en de naam van de fabrikant.
• Plaats gasflessen altijd rechtop en graaf ze niet in.
• Plaats de gasfles niet in direct zonlicht of dicht bij een warmtebron, zoals een open vuur of kachel.
• Plaats een (ongebruikte) gasfles altijd in een goed geventileerde ruimte. Plaats de gasfles bij voorkeur buiten.
• Wij adviseren een gasslang om de 4 jaar te vervangen. Dit omdat het gas en eventuele toevoegingen het rubber kunnen aantasten.
• Gasslangen moeten periodiek vakkundig gecontroleerd worden op slijtage, lekkage en beschadigingen. Bij verkleuring, vervorming, beschadiging of tekenen van poreusheid dient de slang direct vervangen te worden. Neem geen enkel risico, vervang bij twijfel de slang.
• Gebruik nooit open vuur om een lek op te sporen.

Veilig verblijf

Binnen een tent mogen niet te veel bezoekers aanwezig zijn. Richtlijnen voor een veilig verblijf:

• Zorg dat de tent voldoet aan NEN 8020-41.
• Zorg dat de versiering niet gemakkelijk vlam kan vatten en in geval van brand ook niet gaat druppelen.
• Zorg dat de versiering niet boven de uitgangen hangt.
• Zorg dat vluchtwegaanduidingen duidelijk zichtbaar worden opgehangen en zelfstandig verlicht worden bij stroomuitval.
• Zorg dat bij stroomuitval een noodverlichtingsinstallatie de verlichting overneemt.
• Zorg dat de verwarmingstoestellen geen belemmering vormen bij het vluchten.
• Zorg voor voldoende ventilatie om de luchtkwaliteit op orde te houden.
• Laat niet te veel mensen binnen. De basisuitgangspunten zijn 4 staande personen per m2 netto vloeroppervlak. Voor zittende personen geldt 2 per m2 netto vloeroppervlak.

Richtlijnen boor veilig vluchten

• Zorg voor minimaal 2 (nood)uitgangen die zover als mogelijk van elkaar vandaan liggen.
• Een nooduitgang is minimaal 0,85 meter breed en heeft en minimale hoogte van 2 meter.
• De doorstroomcapaciteit van een vluchtroute is zodanig, dat personen altijd veilig kunnen vluchten.
• Houdt (nood)uitgangen vrij van obstakels.
• Zorg dat een (nood)uitgang altijd zonder gebruik van losse voorwerpen te openen is.
• Zorg dat uitgangen met lussen en ogen tijdens de festiviteiten niet zijn doorgelust, zodat de vluchtweg voldoende doorgangsbreedte heeft.
• Zorg dat struikelen over (houten)vloerdelen, podia, kabels, lopers, matten en andere objecten voorkomen wordt. Ook de tuien van de tent kunnen vluchten belemmeren, zorg dat deze juist geplaatst worden.
• Hou u aan de regels die gelden voor de inrichting van een tent (stoelenplan, etc.). Om de volledige normen in te zien verwijzen wij u naar de geldende Nederlandse Norm (NEN)8020-41.

Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

De bovenstaande richtlijnen zijn niet uitputtend. Oordeel altijd zelf welke maatregelen u moet nemen om de (brand)veiligheid te waarborgen. Raadpleeg daarbij het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.