Ga naar de inhoud

Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 gaat in

30 november 2020

Het gaat nog niet goed met de besmettingen van COVID-19-virus in Nederland. Daarom zijn maatregelen van toepassing, om het virus in te dammen. Op dinsdag 1 december gaat de Tijdelijke Wet Maatregelen COVID-19 voor de komende drie maanden in. Hiermee worden de bestaande coronamaatregelen vastgelegd in wetgeving en krijgen de Tweede en Eerste Kamer meer betrokkenheid. De wet brengt meer wijzigingen met zich mee. Per 1 december wordt het verplicht een mondkapje te dragen in publieke ruimtes. Het mondkapje is vanaf dan verplicht voor iedereen van 13 jaar en ouder in onder andere winkels, musea, restaurants en theaters. Voor deze en andere maatregelen is gekozen, omdat we het coronavirus samen onder controle willen krijgen.

Ook in het onderwijs (met uitzondering van de basisschool) moet vanaf 1 december een mondkapje worden gedragen. Het mondkapje kan af tijdens de les, wanneer iedereen een vaste zit- of staanplaats heeft. Een docent hoeft geen mondkapje op in de klas, zolang 1,5 meter afstand gehouden kan worden. Gym, zang, toneel, dans en bepaalde vormen van praktijkonderwijs zijn uitgezonderd van de mondkapjesplicht.

Voor contactberoepen geldt de regel zowel voor de klant als de professional, zoals de kapper of de rijinstructeur. In het openbaar vervoer was een mondkapje al verplicht, maar voortaan is dit ook het geval in stations en bij bus- en tramhaltes.

Een mondkapje moet de neus en mond volledig bedekken en het moet ontworpen zijn om de verspreiding van virussen tegen te gaan. Een spatscherm (faceshield) bedekt de neus en mond niet volledig, en mag daarom niet worden gebruikt als alternatief voor een mondkapje. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld een sjaal of bandana.

De verplichting tot het dragen van een mondkapje geldt niet voor mensen die vanwege een beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen of opzetten. De politie en boa’s kunnen mensen vragen zelf aannemelijk te maken dat deze uitzondering voor hen geldt. Dat kan bijvoorbeeld door medicatie of een kaartje van een cliëntenorganisatie te tonen, of door een verklaring van een begeleider. Mondkapjes zijn ook niet verplicht tijdens het sporten, acteren, muzikale repetities en optredens. Daarnaast hoeft bij het ondersteunen van doven en slechthorenden of het geven van interviews op radio en tv geen mondkapje te worden gedragen.

Meer informatie over de mondkapjesplicht is te vinden op rijksoverheid.nl/mondkapjes

Zingen in groepsverband

Als gevolg van de nieuwe wet wordt het verbod op zingen en schreeuwen in groepsverband wordt per 1 december omgezet in een dringend advies om niet in groepsverband te zingen of te schreeuwen. Reden hiervoor blijft dat zingen en schreeuwen een bron van besmettingen zijn, ook als mensen de coronamaatregelen goed in acht nemen. Dat betekent dat wordt afgeraden om in groepsverband te schreeuwen of te zingen in koren of om met meerdere mensen naar zangles te gaan. Uitzondering daarop zijn kinderen tot en met 12 jaar.

Huishouden wordt hetzelfde adres

Tot nu toe is het zo dat mensen onderling 1,5 meter afstand moeten houden, tenzij ze een huishouden delen. Vanaf 1 december komt in de nieuwe tijdelijke wet het begrip huishouden te vervallen. Vanaf dan geldt: woon je op hetzelfde adres? Deel je een voordeur? Dan hoef je onderling geen afstand te houden. Deze wijziging maakt handhaving door politie, boa’s en andere handhavers eenvoudiger.

Meer inspraak in besluitvorming

De wet heeft ook gevolgen voor de besluitvorming. Maatregelen worden niet langer op aanwijzing van de minister van VWS neergelegd in noodverordeningen. Als het kabinet maatregelen voorstelt om het coronavirus tegen te gaan, moeten die worden omschreven in een ministeriële regeling. Deze regeling moet vervolgens worden voorgelegd aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Dat geeft het parlement de gelegenheid om de voorgestelde maatregelen goed te bestuderen en daarover debat te voeren met de betrokken ministers. Nieuwe maatregelen gaan volgens de nieuwe wet daarom niet eerder in dan een week nadat ze aan het parlement zijn toegestuurd. Als de Tweede Kamer tijdens die week besluit om niet met de regeling in te stemmen, vervalt deze automatisch en treedt zij dus niet in werking. Bij acuut gevaar voor de volksgezondheid is het mogelijk om een spoedprocedure te volgen. Dan treedt de ministeriële regeling direct in werking en vervalt de regeling automatisch, als de Tweede Kamer besluit om er niet mee in te stemmen.