Bestuurlijk Wadden Overleg gaat regie voeren over afhandeling containers; ecologische gevolgen belegd bij Regiecollege Waddengebied

06 februari 2019

Het Bestuurlijk Wadden Overleg (BWO) gaat vanaf nu de regie voeren over de verdere afhandeling van de gevolgen van de overboord geslagen containers van de MSC Zoë op 2 januari 2019. Het BWO richt zich daarbij op de berging (inhoud van) containers, de schadeafhandeling en het schoonmaken/opruimen. Het Regiecollege Waddengebied (RCW) is verantwoordelijk voor het proces ecologische gevolgen op lange termijn.

Berging, schade-afhandeling en schoonmaken

De praktische uitvoering van de berging, schadeafhandeling en het schoonmaken is belegd bij Rijkswaterstaat. Hierover zijn inmiddels goede werkafspraken gemaakt. In het BWO, het bestuur van de Coördinatie Regeling Waddenzee (CRW), wordt de voortgang van deze drie punten besproken en afgestemd. Het BWO bestaat uit de directeuren van de Veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord, Rijkswaterstaat, de Kustwacht en drie burgemeesters die Groningen, Noord-Holland Noord en Fryslân vertegenwoordigen. Voor de bestuurlijke afstemming met betrekking tot de containers wordt het BWO uitgebreid met een vertegenwoordiger van de vier betrokken waterschappen, een vertegenwoordiger van de vier betrokken terrein beherende organisaties en een Friese ‘wal’-burgemeester.

Ecologische gevolgen

Het proces met betrekking tot de ecologische gevolgen op de lange termijn is belegd bij het RCW en het Opdrachtgeverscollectief Beheer Waddenzee (OBW). In het RCW werken Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap samen onder leiding van de Commissaris van de Koning in Fryslân. In het OBW werken de beherende partijen van de Waddenzee samen; hierin hebben Rijk, provincies, gemeenten, Staatsbosbeheer en de Coalitie Wadden Natuurlijk zitting. Het RCW fungeert als overleg voor bestuurlijke afstemming in de nafase over ecologische gevolgen op de langere termijn. Het OBW ziet in afstemming met het RCW toe op de voortgang van de uitvoering/beheer.

GRIP 0

Het afhandelen van alles rondom de overboord geslagen containers zal naar verwachting nog lange tijd gaan duren. Alle werkzaamheden die tijdens de nafase nodig zijn, blijven belegd bij de reguliere organisaties. De bestuurlijke borging en afstemming is nu belegd bij het BWO en RCW; daarom is op 6 februari afgeschaald naar GRIP 0. De crisisorganisatie (GRIP 4) is nu niet meer nodig. Het nieuws dat er minimaal 345 containers overboord zijn geslagen in plaats van 291 maakt de benodigde aanpak en bestuurlijke afstemming niet anders.

Meer weten?